SUPRASCAPULAIRE COMPRESSIE






Bij suprascapulaire compressie is de suprascapulaire zenuw bekneld. Deze zenuw komt ter hoogte van de nek vanuit de wervelkolom en loopt over de bovenzijde van het schouderblad naar de achterzijde daarvan. De zenuw bestuurt delen van het kapsel van het schoudergewricht en van de rotator cuff spieren.
Aan de bovenzijde van het schouderblad loopt de zenuw door een inkeping in het bot (de incisura scapulae). Daarover heen loopt weer aan bandje: het ligamentum transversum scapulae superius.
Als de zenuw hier tussen bekneld zit, kan dat verschillende klachten opleveren:


  • een branderige pijn aan de achterzijkant van de schouder
  • een diepe uitstralende pijn in de bovenarm
  • en een hevige pijn in de voorzijde van de schouder


Als men de schouder actief beweegt, verergert de pijn. Wanneer de aandoening al langer aanwezig is, kan krachtsvermindering in de schouderspieren optreden.
Ook kan er sprake zijn van bewegingsbeperking van het schoudergewricht.
Suprascapulaire compressie valt onder CANS, dit staat voor ‘complaints of the arm, neck and/or shoulder’ oftewel klachten van de arm, nek en/of schouder. Dit is een omschrijving van een klachtencomplex die door veel zorgverleners wordt gehanteerd.
Waardoor kan het komen?
De zenuw kan strak tegen het bandje (ligamenum) aangetrokken worden door sterke bewegingen van de arm naar het lichaam toe, voor de borstkas langs.
Maar ook door een acuut trauma of door een val op de uitgestrekte hand kan er druk op de zenuw optreden.
Soms is chronische druk (bijvoorbeeld bij turners) de oorzaak.
Hoe wordt het vastgesteld?
Met een MRI scan kan de precieze oorzaak worden vastgesteld. Met een EMG kan de activiteit van de zenuw gemeten worden.
Wat kan helpen?
Bij pijnklachten kunnen pijnstillers worden ingenomen. Ook kan een injectie met corticosteroïden worden ingespoten.
Als de klachten aanhouden, kan het ligament waar de zenuw tegen drukt, operatief verwijderd worden.
Door middel van oefentherapie kan de spierkracht en de coördinatie worden verbeterd.
Wie kan helpen?
De huisarts is in eerste instantie bij de behandeling betrokken.
Als het ligament operatief verwijderd moet worden, is een orthopedisch chirurg bij de behandeling betrokken.
Daarnaast kan een fysiotherapeut of oefentherapeut Mensendieck of Cesar bewegingsadviezen geven en oefeningen voorschrijven.
Ermee leven
Het kan over het algemeen geen kwaad om met deze aandoening aan het werk en in beweging te blijven. Het is belangrijk om overmatige belasting te vermijden.
Bepaalde werkzaamheden kunnen echter moeilijk zijn zodat sommige mensen zich misschien kortdurend ziek melden. Het is over het algemeen gunstiger voor het herstel om naar het werk te blijven gaan en het werk tijdelijk aan te passen. Hiervoor kan overleg met de leidinggevenden of bedrijfsarts nuttig zijn. Als werken tijdelijk niet lukt, is het raadzaam om wel contact te houden met collega’s en leidinggevenden.
Ook als u zich niet ziek meldt, kunt u wel een afspraak maken met de bedrijfsarts of de bedrijfsverpleegkundige om de problemen op het werk te bespreken.
Informatie over het open spreekuur kunt u krijgen bij de arbodienst van uw werk. De bedrijfsarts en de huisarts kunnen informatie uitwisselen om de begeleiding optimaal op elkaar af te stemmen, maar nooit zonder toestemming van de patiënt. Tegenwoordig is het wettelijk geregeld dat zowel de werkgever als de werknemer zich moeten inzetten voor hervatting van werk (Wet Verbetering Poortwachter).
Bronnen: Wheeless’ textbook of orthopeadics
Online bronnen: Wheeless’ textbook of orthopeadics